De slechte boeken 2017? Kregen 1 en 2 sterren
Lijstjestijd, aflevering één, mijn slechte boeken 2017! Hieronder vind je een overzicht van de slechte boeken die ik dit jaar heb gelezen. Of ik ze nu één of twee sterren heb gegeven maakt niet uit, ik vind ze niet goed. En ik wéét dat dit vooral een kwestie is van persoonlijke smaak. Maar ik doe toch telkens een poging om te argumenteren waarom ik een bepaald boek slecht vind en beperk me niet door alleen maar te zeggen: “Ik vind het gewoon niet mooi”.
Het gaat al bij al om vrij veel exemplaren, als copywriter in Gent sta er een beetje versteld van. Van de 80 boeken die ik in 2017 heb gelezen – 27.690 pagina’s in het totaal – vond ik er achttien niet te pruimen, dat is bijna een kwart! Volgend jaar beter, dat is alvast een voornemen voor het nieuwe jaar. Volgend jaar alleszins minder slechte boeken dan in 2017.
Even een sprong maken naar de toekomst. Dit zijn mijn gelezen slechte boeken in 2021.
Contents
- 1 Maak kennis met mijn slechte boeken 2017
- 2 Lijstjestijd, mijn slechte boeken 2017 – twee sterren
- 3 De ondergrondse spoorweg van Colson Whitehead**
- 4 De laatste hand van Wiesław Myśliwski**
- 5 De laatste nacht op Tremore Beach van Mikel Santiago**
- 6 The Buried Giant van Kazuo Ishiguro**
- 7 De huisgenoten van Sarah Waters**
- 8 De VenusBergVariaties van Isabelle Rossaert en Paul Verhaeghen**
- 9 Stalker van Lars Kepler**
- 10 IJstijd van Maartje Wortel**
- 11 Being Flynn van Nick Flynn**
- 12 De gewichtlozen van Valeria Luiselli**
- 13 De grote vrouw van Meir Shalev**
- 14 De waargebeurde geschiedenis van Victor en Clara Rooze van Kristien Hemmerechts**
- 15 Het schismatieke schrijven van Erik Vlaminck**
- 16 Mijn lijstje slechte boeken 2017 is nog niet af: nu de éénsterrenboeken
- 17 Het lichtschip van Blackwater van Colm Tóibín*
- 18 Het rode huis van Mark Haddon*
- 19 Een tijdelijke vertelling van Ruth Ozeki*
- 20 Onderworpen van Michel Houellebecq*
- 21 Schiet maar, ik ben toch al dood van Julia Navarro*
Maak kennis met mijn slechte boeken 2017
In de volgende dagen komen de betere drie-, vier en vijfsterrenboeken aan de beurt. Dat wil zeggen dat driekwart van de te lezen boeken wel goed en zelfs supergoed was. Tof. Maar nu eerst de slechte boeken 2017.
Heb jij ook miskleunen gelezen dit jaar? Laat eens weten welke, onderaan in het reactieveld. Graag!
Lijstjestijd, mijn slechte boeken 2017 – twee sterren
De ondergrondse spoorweg van Colson Whitehead**
Ik snap niet dat dit boek de prijzen aan elkaar rijft. Colson Whitehead gooit alle weetjes over slavernij bij elkaar in een roman waarin hij de belevenissen van een gevluchte negerslavin beschrijft. Zij reist via een ondergrondse spoorweg – te vergelijken met het verzet in WOII – naar diverse plaatsen in Amerika. Waar ze ook komt, telkens botst ze op racisme en gratuit geweld. Beloftevol uitgangspunt, maar… Het verhaal gaat van het ene losse feit naar het andere. Dat levert in mijn ogen geen roman op, wel een geromantiseerd non-fictieboek, dan nog geschreven in een houterige en onaantrekkelijke stijl. Ligt dat aan de vertaling of aan de brontekst? Je krijgt geen enkele band met de personages, hoe verschrikkelijk hun ervaringen ook zijn. Dat de amper geschoolde slavin filosofeert over slavernij, indianen en de grondvesten van Amerika, is ook totaal ongeloofwaardig. En is geloofwaardigheid niet de basis voor een goede roman?
De laatste hand van Wiesław Myśliwski**
Dit boek kon me niet boeien en dat heeft met verschillende zaken te maken. Het uitgangspunt is nochtans de moeite waard. Een oude man overloopt de namen in zijn uitpuilende adresboek en vertelt hier en daar een anekdote bij. Nadeel hierbij? De roman lijkt op die manier wel een opeenstapeling van kortverhaal op kortverhaal, en die zijn niet echt mijn meug. Ook het overkoepelende verhaal spreekt me niet aan omdat het zo ongeloofwaardig is. Zijn jeugdliefde Maria stuurt hem ellenlange brieven, soms met tussenpozen van drie jaar. Hoe ze aan zijn steeds wisselende adres komt, is een mysterie. Hij beantwoordt die brieven ook nooit. Dat die vrouw hem blijft schrijven is vanuit psychologisch oogpunt een compleet raadsel. Waarom de twee ooit uit elkaar zijn gegaan wordt ook nergens duidelijk. En het woord ’tornen’ komt honderd keer te vaak voor in zijn persoonlijke relaas. Kon korter en boeiender, voor mij althans.
De laatste nacht op Tremore Beach van Mikel Santiago**
Twee sterren, ook al is dit een vlot lezend boek dat zich niet makkelijk weg legt. Het begin van het verhaal is top. Een man wordt tijdens een onweer geraakt door een bliksem. Vanaf dat moment krijgt hij last van gewelddadige toekomstvisioenen, zelfs over de moord op hemzelf en zijn dierbaren. Zal hij die verschrikkelijke gebeurtenissen weten te voorkomen? Spoiler alert… Uiteraard slaagt hij daarin. Een boek over bovennatuurlijke zaken dus, en ik heb het daar toch moeilijk mee. Terwijl ik las schoot het me door het hoofd dat ik nog zoveel boeken op het ‘nog te lezen’-schap heb staan, die ik wellicht beter en geloofwaardiger zal vinden… Vlug op naar de volgende dus. Een van de slechte boeken 2017.
The Buried Giant van Kazuo Ishiguro**
Dit boek is een tegenvaller. In het begin trok het me mee, dit verhaal over een ouder echtpaar dat beslist om de tocht te ondernemen naar het dorp waar hun zoon woont. Alles speelt zich af in Engeland, na de dood van koning Arthur, toen Britten en Saxen nog aartsvijanden waren. Het land is in een mist gedompeld waardoor mensen niets meer onthouden. Collectieve amnesie, noemen ze zoiets. Het Engels is eenvoudig en die ouderwetse manier waarmee mensen vroeger met elkaar praatten is een verademing om te lezen. Maar hoe verder je het boek ingaat, hoe ongeloofwaardiger want allegorischer alles wordt. Nu weet ik dat een roman per definitie fictie is. Maar als je niet volgt dan wordt een boek een gedrocht. En ik volgde echt niet. Ik heb me moeten dwingen om het uit te lezen. Verrassend einde toch.
De huisgenoten van Sarah Waters**
Eerste tegenvaller van deze schrijfster. De kleine vreemdeling schetst op een originele manier de teloorgang van de Britse adel, Vingervlug brengt het intrigerende relaas van een driehoeksverhouding waarin niets en niemand is zoals op het eerste gezicht lijkt. In De huisgenoten vind ik daarentegen niets origineels of intrigerends, het boek blijkt een doordeweekse politie- en rechtzaakroman te zijn. Je weet wie de moord heeft gepleegd en waarom. Een echte whodunit is het dus niet. Het boek draait rond de moord en het onderzoek van de politie dat uitmondt in de arrestatie van een onschuldige jongeman. En over hoe de plegers van de misdaad dat allemaal beleven en ondergaan. In dit te dikke boek wordt alles te uitgesponnen beschreven waardoor het lezen bij momenten saai wordt. Ik heb toch doorgelezen om te weten hoe het allemaal eindigt, wat ook de drijfveer is bij dit soort boeken, maar niet van harte.
En daarmee heb ik al 5 slechte boeken 2017 opgelijst. Er komen er nog.
De VenusBergVariaties van Isabelle Rossaert en Paul Verhaeghen**
Dikke tegenvaller deze. Het eerste deel vind ik vier sterren waard, die fijne licht erotische correspondentie tussen twee vrienden-schrijvers. Hij zit in Amerika, zij in Leuven. Mooie brieven in een verzorgde taal en stijl. Nergens storend of platvloers. Aangenaam om te lezen. Maar dan komt deel twee, gevuld met korte stukjes van afwisselend P. en I. Ik weiger ze kortverhalen te noemen, want daarvoor bevatten ze veel te weinig verhaal. Ik moest me al te dikwijls dwingen om verder te lezen. Telkens als ik zo’n ‘verhaaltje’ uitgelezen had, stelde ik me de vraag. Ervan genoten? Neen! Iets bijgeleerd? Neen. De moeite waard van het lezen? Neen! Zou ik dit boek aan iemand aanbevelen? Neen! Een iets kritischer kijk van beide schrijvers, of van uitgever, ware goed geweest. Omwille van deel 1, deze twee sterren. Het boek had anders geen of amper één ster gekregen.
Stalker van Lars Kepler**
Vakantielectuur 2017 nummer drie. Ik had na de vakantie in Skyros vorig jaar gezworen nooit meer een Lars Kepler te lezen. Maar ik kon dit vuistdikke boek op de kop tikken voor amper 5 euro. En dat kon ik toch niet laten liggen. Maar helaas …. ook dit boek is niet mijn meug. Zoveel zijwegen en zoveel details en zo voorspelbaar omdat je uit ervaring wéét dat die details iets te maken hebben met de ontknoping. Maar vooral die verschrikkelijke geweldsscènes zijn er zo over. De horror in IT van Stephen King – mijn vorige boek – is slapstick in vergelijking met wat ik hier gelezen heb. Nu is het echt gedaan. Detectiveboeken van Lars Kepler toe, wat mij betreft.
IJstijd van Maartje Wortel**
Dit boek is niet mijn meug. Het gaat nochtans over mensen en hun onderlinge relaties, zaken die me doorgaans wel interesseren. Maartje Wortel hanteert echter zo’n afstandelijke stijl dat het verhaal zeer onaangenaam leest. De titel is alvast goed gekozen, lang geleden dat ik nog zo’n koel boek in handen heb gehad. De achterflap belooft een verhaal van een uitzonderlijke liefde, maar daar stel ik me toch andere taferelen en gesprekken bij voor. Tal van onderwerpen komen gevoelloos ter sprake: anorexie, abortus, eerste homoseksuele ervaring van een hetero, geld ter compensatie van de afwezigheid van vader- en moederliefde. Enkel de pagina’s over het verblijf van het koppel op een Zweeds eiland raken enkele gevoelige snaren. Ik had hoge verwachtingen van deze roman, zeker na het lezen van een prachttekst van Maartje Wortel in een tijdschrift. Die zijn echter verre van ingelost. Jammer.
Being Flynn van Nick Flynn**
Bekijk de film, want die is zoveel beter. In het boek is alles zo serieus en zwaar, waardoor het nagenoeg onleesbaar wordt. Door de humor in de film is die afschuwelijke wereld van daklozen en alcoholisten een pak beter te verteren. Het boek zit qua structuur nochtans goed in elkaar: via niet-chronologische fragmenten beschrijft een zoon de moeilijke relatie die hij heeft met zijn sinds peuterleeftijd afwezige vader. Hij wil weten wie die man is in een poging in het reine te komen met de zelfmoord van zijn moeder. Zware kost. De laatste pagina’s heb ik gescand, want ik was het beu. In de film wordt de overeenkomst tussen zoon en vader, die er is tegen wil en dank, veel grappiger uitgewerkt. Nog een minpunt: het boek staat vol schandalige taalfouten. Ongelooflijk hoeveel dt-fouten ik heb aangestipt, en niet van de minste. Een voorbeeld? ‘Het is gebeurt’.
De gewichtlozen van Valeria Luiselli**
In Mexico blijken mensen die sterven niet dood. Ze leven als spoken verder en worden ‘gewichtloze metzondergezichten’. Het eerste boekdeel heb ik graag gelezen. Die leuke dialogen tussen moeder, vader en jonge zoon toverden meer dan eens een lach op het gezicht. Vanaf deel twee wordt het verhaal moeilijker en raak ik verdwaald. Na elke korte paragraaf wisselt het vertelperspectief en ik vraag me voortdurend af: “Wie is er nu weer aan het woord? De redactrice zelf, de 100 jaar geleden gestorven schrijver die ze bestudeert, de echtgenoot….?” Aartsmoeilijk om te volgen. Nu hoeft een verhaal van mij niet per se van a naar b over c en zo naar z te gaan. Maar zoals hier alles door elkaar wordt gegooid in parallelle werelden. Te irrationeel voor een rationeel iemand als ik. Een boek is voor mij nog altijd ontspanning, geen inspanning. Een literaire puzzel is nog altijd geen verhaal.
En we zijn al aan boek tien beland in mijn lijstje slechte boeken 2017.
De grote vrouw van Meir Shalev**
Ook dit boek van Meir Shalev heeft me niet overtuigd. Goed gevonden vind ik het personage van ‘de grote vrouw’, eigenlijk een verzamelnaam voor de vijf vrouwen die Refael opvoeden. Oma, moeder, twee tantes en een kreng van een zus, oftewel vijf hoofden en tien handen. Allemaal weduwen, behalve de zus. Er lijkt wel een vloek op de familie te liggen want alle aangetrouwde mannen sterven een vroegtijdige dood door een ongeluk. Het boek is meer dan 400 bladzijden dik en daarvan zeker 200 pagina’s overbodig. Want herhaling heerst. Shalev vertelt altijd weer dezelfde verhalen, citeert steeds opnieuw dezelfde familieleden, bijna stereotypen en somt steeds opnieuw dezelfde routines op. Er gebeurt weinig wereldschokkends in dit boek, het verhaal kabbelt en meandert saai verder. En dan is er nog dat ongeloofwaardige einde … Ik was blij toen het boek uit was. Shalev heeft al véél beter geschreven.
De waargebeurde geschiedenis van Victor en Clara Rooze van Kristien Hemmerechts**
De waargebeurde geschiedenis van tweeling Victor en Clara Rooze is een kapstok waaraan Hemmerechts een exposé ophangt over het leven als twijfelend schrijver. Ze doorspekt het verhaal met verwijzingen naar Engelse schrijvers en kleurt gebeurtenissen met citaten van Jane Austen of Virginia Woolf. Soms werkt dat, andere keren helemaal niet. In dat geval krijgt de lezer een les Engelse woordenschat voorgeschoteld. Vrij belachelijk in een roman, vind ik. Het boek staat vol anekdotes en gedachtegangen die chaotisch alle richtingen uitgaan. Zelfs samenvattingen van andermans boeken vind je erin terug. In het begin wordt een tip van de sluier opgelicht over Victor en Clara. Dan volgen die oeverloze schrijversuitweidingen. Ten slotte gaat het weer over broer en zus. Totaal ongeloofwaardig taboeverhaal geschreven in Hemmerechts bekende koele en afstandelijke stijl. Het resultaat? Enige vorm van identificatie met een van de personages is onbestaande. Neen, niet mijn meug.
Het schismatieke schrijven van Erik Vlaminck**
Het eerste boek dat ik van Erik Vlaminck lees dat ik wat vind tegenvallen. Het heeft me een kleine week gekost om dit boekje van amper 150 pagina’s uit te lezen. Dat zegt al genoeg. Heeft het te maken met het feit dat dit boek al het zesde deel is van zijn roman fleuve over zijn familie, dat ik de rest niet heb gelezen en dus dingen mis? Wellicht, hoewel de flap zegt dat dit verhaal op zichzelf kan worden gelezen. Eén ding is zeker, ik houd meer van Vlamincks latere werk. Suikerspin, Brandlucht en De verbrande brug scoren heel hoog in mijn lijstje. Maar dit verhaal blijft een beetje te veel in de anekdotiek hangen. En dat Vlaamse dat ik in zijn andere boeken sympathiek en zeer te pruimen vind, is er hier te veel aan. Jammer.
Mijn lijstje slechte boeken 2017 is nog niet af: nu de éénsterrenboeken
Vanaf hier vind je de echt slechte boeken, alleen goed voor de papierbak, als je het mij vraagt. Als je ze nog niet hebt gelezen: houden zo. Je bespaart je heel wat ergernissen.
Het lichtschip van Blackwater van Colm Tóibín*
Deze ‘prachtige’ roman zou een diep inzicht geven in familierelaties, zegt de achterflap. Prachtig zou ik het boek echter niet noemen, wel saai en vervelend. Kort: Helen haat haar moeder Lilly die op haar beurt een afkeer heeft van haar eigen moeder. Alleen broer Declan kan met iedereen overweg. Als Declan het laatste stadium van aids bereikt, verzamelt hij vijf volwassenen rond hem in het huis van grootmoeder. Via een aantal saaie een-op-eengesprekken verneem je details over de anderen en het verleden. Bovendien wordt er constant gedacht door personages die totaal geen diepgang hebben. Familieruzies komen voor in de beste families, het is dus allemaal heel herkenbaar. Maar de manier waarop dat alles wordt verteld, raakt geen enkele van mijn gevoelige snaren. En dat is niet wat ik van een boek verwacht. Ook de stijl is minder dan appetijtelijk. Naar de ramsj ermee.
Het rode huis van Mark Haddon*
Ik verdien een medaille, want ik heb dit barslechte verhaal uitgelezen. Het Wonderbaarlijke voorval vond ik supergoed, dit archislecht. Bijna niet te geloven dat de schrijver van beide boeken dezelfde is. Het verhaal trekt op niets en ik ben eigenlijk boos op mezelf dat ik ben blijven lezen om te weten te komen wat er zou gaan gebeuren. Spoiler: niente! Zus en broer én hun hele aanhang komen een weekje samen en er gebeurt nu eens niets dat de moeite van het doorvertellen waard is. Weet je wat me zo stoorde? Elke aparte alinea, sommige drie bladzijden lang, andere amper een paar regels, wordt beschreven vanuit het perspectief van een ander personage. Eer je doorhebt over welk personage het gaat, heb je soms het eind van de alinea al bereikt. Om den duur vond ik dat zo irritant. De laatste bladzijden kromp mijn maag zelfs samen van ergernis. Niet lezen!
Ondertussen aanbeland bij nummer 15 in mijn lijstje slechte boeken 2017.
Een tijdelijke vertelling van Ruth Ozeki*
Blij dat het uit is! Mijn vorige boek (Wat me lief was – Siri Hustvedt) telde 477 pagina’s waaronder geen enkele slechte. Dit boek is even lang maar het aantal verschrikkelijke pagina’s is niet te tellen. Ik bleef doorlezen omdat het verhaal over overgrootmoeder Jiko me interesseerde. Uiteindelijk kreeg ik niet haar historie te lezen, wel dat van haar Japanse narcistische achterkleindochter en een Canadese schrijfster met een writer’s block. De pagina’s van de 15-jarige zijn geschreven in een kinderlijke, lelijke stijl. Wel realistisch, het zijn nu eenmaal pagina’s uit het dagboek van een puber. Maar 280 pagina’s kinderlijk geschrijfsel, dat is te veel van het goede. Het verhaal is trouwens totaal ongeloofwaardig. In de laatste hoofdstukken krijg je een lesje kwantummechanica (!!!) om de gebeurtenissen in parallelle werelden te duiden. Trop is trop. Een lelijke schrijfstijl én een stom verhaal maken elke roman slecht. Naar het boekenkastje ermee.
Onderworpen van Michel Houellebecq*
Dit boek is een unicum! Ten eerste besluit ik ermee te kappen na amper 50 pagina’s. Doe ik anders nooit. Ik lees een boek altijd uit, hoe slecht ook, want stel dat het toch nog eens goed wordt. Enkel Moby Dick en Anna Karenina staan onuitgelezen in mijn kast. Hier stop ik al terwijl ik eigenlijk nog niet begonnen ben. Dat oeverloze gewauwel op die eerste 50 pagina’s belooft niets goeds voor de rest. Doet me denken aan iemand die van Brussel-Zuid naar Brussel-Noord wil, maar eerst even Parijs aandoet. Franse breedsprakigheid? Nog al iets wat ik anders NOOIT doe: uit wanhoop ben ik de laatste pagina gaan lezen. Ook daar meer van hetzelfde. Ten derde ben ik dit boek gaan halen in de bieb, terwijl ik normaal al mijn boeken koop. Ik had het precies door dat het niet ging klikken tussen ‘Ouwhoulebek’ en mezelf. Maakt het wegleggen makkelijker.
Het beste aan deze roman? De intrigerende titel. Die was samen met het onderwerp – Israël versus Palestina – de reden waarom ik dit boek, of beter deze opeenstapeling van weetjes, gelezen heb. Zo heb ik al meteen het grootste manco prijsgegeven. Julia Navarro heeft als journaliste duidelijk veel research verzet, maar de manier hoe ze al die informatie heeft verwerkt is de naam literatuur onwaardig. De Israëlisch-Palestijnse kwestie is zo ingewikkeld dat een romanvorm echt niet de juiste piste is. Tot en met pagina 768 leek het alsof ik een encyclopedisch verslag aan het lezen was. Navarro speelt informatie door via haar personages maar dat leidt tot houterige en geforceerde dialogen. Het boek staat ook vol ergerlijke herhalingen. Navarro heeft duidelijk niet geschrapt in haar materiaal. Was de stijl subliem geweest, dan had ik dit een verdienstelijke poging genoemd om beide kanten aandacht te geven. Maar helaas, ook die is matig.
Dit was trouwens de grootste ontgoocheling in mijn lijst slechte boeken 2017.